Kluwenhouders: van praktisch tot pronk

Geplaatst door

Antieke kluwenmandjes en kluwenbakjes
Over bakjes en doosjes

Kluwenbakjes zijn gemaakt in vele verschillende materialen, van heel eenvoudig tot uiterst luxueus. Op deze eerste foto zijn 3 dichte doosjes te zien met een opening in het deksel. Ook dit zijn kluwenhouders.

De draad van het bolletje haakgaren, dat je in het doosje stopt, komt door de opening naar buiten. Het voordeel van deze gesloten doosjes is dat het bolletje garen niet kan wegrollen. Het doosje linksonder is van papier maché, versierd met een zwarte ondergrond en goudkleurige spelende figuurtjes.

 

Antieke papier maché garenbakjes Zilver.nl

Reclame doosjes – eenvoudig maar praktisch

Reclame is van alle tijden; op deze garenhouders is dat goed te zien. De oudste is waarschijnlijk een kartonnen doosje met ingeperste letters L V. Dat staat voor Louis Viarmé die rond 1840 in Parijs een fabriek bezat voor de fabricage van garens. In het blauw metalen doosje staan aan de rand ook de letters “L V”,  maar in het midden de letters M F A.

In die tijd waren de overnames of fusies ook al aan de orde. De schoonzoon van Louis Viarmé, die ook in de fabriek werkzaam was, nam begin 1900 de firma Michelet Fils Ainé over. En dus staan nu beide firma’s op het blikje.

Links onder een kartonnen doosje met als logo een paardenhoofd. Dit logo was gekozen omdat paarden door de firma als vervoermiddel werden gebruikt. Het logo behoorde toe aan de firma J T P F – dat staat voor Julian Thieriez Père et Fils. Deze firma is opgericht in 1852.

Meer fusies in garenland

Na de eerste wereldoorlog gaat deze laatstgenoemde garenproducent fuseren met de 2 eerder genoemde firma’s. De naam blijft J T P F, evenals het paardenhoofd logo.

Het laatste kartonnen doosje heeft als merk C B met een kruis ertussen als logo. De garenfabrikanten die aan dit merk ten grondslag liggen zijn Cartier en Bresson die rond 1830 het bedrijf opgericht hebben. Hun logo staat ook op de bovenste 2 metalen blikjes. Het rechter blikje draagt daarnaast ook nog de naam van een Amsterdams garenmagazijn.

Na een eeuw gaat Cartier Bresson ook fuseren met J T P F; wederom blijft het paardenhoofd als logo. De hier getoonde garendoosjes zijn nog voorzien van hun eigen naam en logo. Nog maar weinig mensen weten dat deze fabriek heeft bestaan.

Laatste fusie met een bekende naam – DMC

In 1961 komt er nog een laatste fusie tussen garenfabrikanten. Hierbij is, naast JTPF, de firma D M C betrokken, een afkorting die staat voor Dollfus Mieg & Cie. Deze beroemde fabriek van garen en stoffen komt uit de Elzas (Noord-Oost Frankrijk) en opgericht in 1750. DMC had als logo een bel. De rede hiervoor is, dat er bij de fabriek een bel was die werd geluid wanneer de arbeiders moesten beginnen met werken en wanneer ze mochten stoppen. Soms kom je nog oud garen tegen waar op het bandje – dat het bolletje bijeen houdt – die bel staat.

Na die fusie in 1961 wordt de firma naam D M C  – maar toch weer met het logo van het paardenhoofd. Beide firma’s wilden een deel van hun identiteit behouden en zo werd een mooi compromis gesloten.

 

antieke wolmandjes, garenbakjes Zilver.nl

De ultieme luxe – kluwenbakjes van ivoor en parelmoer

De praktische kluwendoosjes met deksel waren waarschijnlijk gratis wanneer men meerder bolletjes garen kocht. Ze waren dan ook van goedkope materialen gemaakt als karton en blik.

De luxueuze “pronkbakjes” daarentegen werden gemaakt van kostbare materialen. Bovendien werden ze eigenlijk altijd uitgevoerd zonder deksel, zodat de randen mooi versierd konden worden. Soms is dit ook het geval voor de bodem.

Het ivoren kluwenbakje links op de foto heeft in de bovenrand een versiering van stalen nagels; deze techniek heet “clouté” en was rond 1800-1850 in de mode.

Het andere ivoren bakje heeft een bodem van schildpad met als tekst: “Souvenir D’Amitié” – een blijk van vriendschap dus.

Het derde kluwenbakje is gemaakt van 2 kleuren parelmoer.

[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

Antieke zilveren wolmandjes, garenbakjes Zilver.nl

 

[/su_column] [su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

Antieke zilveren wolmandjes, breimandjes Zilver.nl

[/su_column][/su_row]

Zilveren kluwenbakjes met mooie keuren

Er zijn ook prachtige zilveren kluwenbakjes, of mandjes, gemaakt. Het mooie is dat ze volledig gekeurd zijn omdat ze tot het groot zilver behoren. Daarom kunnen wij nu nog precies uitzoeken welke zilversmid in welk jaar het luxueuze kleinood heeft gemaakt.

De 4 bakjes op de linker foto zijn gemaakt door zilversmid Jacobus van Wijk uit Amsterdam binnen een relatief korte tijdspanne; ze dateren allemaal tussen 1822 en 1831. Naast de eigen handel werkte Van Wijk ook voor de bekende firma Bennewitz en Bonebakker in Amsterdam. In de hier verkochte kluwenmandjes is dit winkelmerk ook als keur afgeslagen.

Over deze belangrijke firma is een dik boek verschenen n.l.De werkmeesters van Bennewitz en Bonebakker met als ondertitel Amsterdams grootzilver uit de eerste helft van de 19de eeuw door Barend J. van Benthem . In dit boek wordt aandacht besteed aan de “breijmandjes” en “breijtobbetjes”. De uitleg in het boek over de genoemde aanduidingen is dat de “tobbetjes” waarschijnlijk géén hengsel hebben, en de “mandjes” wel. Op de foto is dus 1 tobbetje te zien. Grappig is dat ditzelfde model, maar dan met hengsel, staat afgebeeld op blz. 540  in het genoemde boek. Zilversmid Van Wijk was niet alleen gespecialiseerd in naaigerei, hij maakte ook bestek zoals bijvoorbeeld mooie visscheppen, en ook grote stukken zoals soezenmanden. Hij was van vele markten thuis.

Op de rechter foto staan 2 totaal verschillende bakjes; toch ze zijn beide gemaakt door dezelfde zilversmid Jan de Ruijter uit Amsterdam. Het ene bakje heeft een lage standring met daarboven cirkels. Het andere bakje heeft een hoge voet met in de zijkant een schildje voor de initialen van de eerste eigenaresse verder een versiering van uitgezaagde bladranken. Beide kluwenbakjes hebben het zelfde meesterteken, waarvan de contour een ruit is. Gewoonlijk werd deze ruit-contour gebruikt van ongeveer 1810-1814, de Franse tijd. De Ruijter heeft met dit meesterteken gewerkt tussen 1812 en 1818.

 

Grote verschillen door Amsterdamse zilversmeden

[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

stel zilveren wolmandjes van Lintveld te Amsterdam

[/su_column] [su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

Zilver naaigerei van Lintveld te Amsterdam 19e eeuws Zilver.nl

[/su_column][/su_row]

Hermanus Lintveld is ook een Amsterdamse zilversmid die net als van Wijk aan de firma Bennewitz en Bonebakker leverde. Amsterdam had toen ook al aantrekkingskracht en mogelijk betere vooruitzichten voor een zilversmid dan die uit een kleinere plaats. Lintveld was geboren in Zutphen rond 1770.

De beide kluwenbakjes hebben hetzelfde motief. Door de manier zoals de spijltjes van het ronde bakje uitgezaagd zijn lijkt het nog ronder te worden en of het in beweging is. Beide zijn volledig gekeurd met 4 merken met als jaarletter 1810.

Op de rechter foto is meer naaigerei van hem te zien.De sleutels als breipendoppen maar als tweede functie de haak die over de rokband geschoven wordt tijdens het breien en het garen aan het haakje. Een zilveren speldenkussen op een klem met een mooi hartje bij de schroef. Een priem in en schede, de andere zonder schede maar met een oogje voor de mogelijkheid om aan een chatelaine te hangen. Tot slot een kleine naaldenkoker voor de in die tijd gebruikelijke korte naaldjes. Dit naaigerei is klein zilver en heeft allemaal het zwaardje als zilvermerk dat vanaf 1814 afgeslagen werd en alles heeft zijn meesterteken.

Naast naaigerei maakte hij o.a. ook schepwerk. Zijn 2 zoons hebben de familie traditie voortgezet door later het bedrijf over te nemen.

[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

Antieke zilveren wolmandjes van Uriot zilversmid te Amsterdam in de 19e eeuw

[/su_column] [su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

Antieke zilveren wolmandjes, breimandjes 19e eeuw Zilver.nl Prijers Amsterdam

[/su_column][/su_row]

De 2 bakjes op de linker foto zijn gemaakt door Pierre Louis Uriot – afkomstig uit Den Haag, maar als zilversmid werkzaam in Amsterdam. Hij is een telg uit een geslacht van zilversmeden en geeft zijn beroep ook weer door aan zijn zoon, Theodorus Lambertus Uriot.

Pierre Louis Uriot heeft lang gewerkt, namelijk tussen 1822 en 1862, en had een productief leven. De bakjes op de foto zijn beide gekeurd met de jaarletter van 1830. De familie Uriot heeft meer naaigerei gemaakt, maar vervaardigde ook andere voorwerpen zoals bijvoorbeeld bestek.

Het bakje zonder hengsel – “tobbetje” dus – heeft als extra keur een baronetteken. Dit is een kop van een eland. Dit zeldzame keur komt voor op oud zilver dat in Engeland gebruikt is door de adel.

 

Tot besluit van deze kleine serie Amsterdamse zilversmeden die kluwenbakjes gemaakt hebben op de rechter foto 2 stuks gemaakt door C. Preijers tussen 1825 en 1830. Deze zilversmid heeft meer naaigerei gemaakt, wat o.a. te zien is in de blog over wasklosjes. Daar staat een mooie combinatie van een wasklosje met daarop een speldenkussen.

[su_row][su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

Zilveren kluwenbakjes antiek zilver 19e eeuw Zilver.nl

[/su_column] [su_column size=”1/2″ center=”no” class=””]

antieke zilveren kluwenmandjes wolmandjes uit Friesland 19e eeuw

[/su_column][/su_row]

 

Kluwenbakjes uit bijvoorbeeld Utrecht en Friesland

De kluwenbakjes op de linker foto zijn gemaakt door zilversmid Louis Nicolaas Seraphin van Voorst uit Utrecht. Het linker bakje met de spijlen heeft hij gemaakt in 1827. Het andere bakje heeft een hoge voet en brede platte versierde rand van boven, een heel ander model dat van veel latere datum is, namelijk 1850. We kunnen dus concluderen dat er lang een markt geweest is voor deze mooie kluwenbakjes.

In Friesland zijn ook kluwenbakjes gemaakt, enkele voorbeelden zijn te zien op de rechter foto. Het bakje met de gladde hoge voet is gemaakt door Gerrit van der Leeuw uit Leeuwarden in 1818. Aan de linkerkant van dit bakje is nog een zogenaamd “schildje” te zien, dat is een glad ornamentje lijkend op een hartje. Soms staan daar de initialen van de eerste eigenaresse op gegraveerd.

Het langwerpige bakje is gemaakt door zilversmid Alle de Haas uit Sneek in 1890, dus een heel laat exemplaar. Dit bakje heeft een lange reis gemaakt, want aan de lopende leeuw (aanduiding dat het bakje uit 2e gehalte zilver gemaakt is) is een sleuteltje toegevoegd. Dit keur werd bijgeslagen wanneer een voorwerp in Nederland terugkeerde – veelal wanneer het in Nederlands Indië was geweest. Deze Alle de Haas wordt ook wel “de meester vervalser van zilver” genoemd. Het was een kundig zilversmid die de vakkennis bezat om 18e eeuwse voorwerpen na te maken die niet van het origineel te onderscheiden waren. Alleen er stonden valse keuren onder, soms aangevuld met zijn eigen meesterteken. Dit bakje heeft wel de goede keuren, gelukkig niets vals aan.

Veel variatie – in materiaal en versiering

Naast de verschillende materialen van goedkoop naar kostbaar, zijn er dus grote verschillen in model en versiering van de kluwenmandjes. De enorme variatie en kundigheid van de zilversmeden is goed te zien. Niet alleen de genoemde steden maar ook in vele andere plaatsen zijn zulke zilveren juweeltjes gemaakt. We blijven ze koesteren!

 

Lees ook:

Antieke garenwinders

De naaidoos, over antiek naaigerei en meer

Bekijk ook:

De collectie antiek naaigerei van Zilver.nl

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *