De uitleg van de symbolen van apostellepeltjes en vorkjes.

Geplaatst door

De 12 apostelen afgebeeld in zilver

De twaalf apostelen, een essentieel onderdeel van het christelijke geloof en een bron van inspiratie voor velen. Ze worden vaak afgebeeld in verschillende kunstvormen, waaronder zilverwerk. De 12 apostelen afgebeeld in zilver zijn niet alleen prachtige stukken ambachtelijk vakmanschap, maar ze dragen ook een diepe symboliek met zich mee.

Zilveren lepeltjes, vorkjes en longdrinklepels die al jaren heel geliefd zijn en vaak gezocht zijn de apostellepeltjes. Lepels waarvan de steel wordt bekroond door een afbeelding van een apostel. Alle 12 zijn anders en zijn herkenbaar aan hun attributen.

De twaalf apostelen;

Sint Petrus: Hij wordt vaak afgebeeld met een sleutel, symbool van zijn rol als de ‘sleutelbewaarder’ van de hemel.

Sint Thomas: Met meetlat en beurs. Kreeg volgens de legende geld van Koning Gundapar, die hem voor architect aanzag, om een groots paleis te bouwen. St. Thomas wist de vorst te overtuigen, dat het hemels paleis meer waarde heeft en gaf het geld aan de armen. Hij wordt ook vaak afgebeeld met een passer, wat zijn twijfel en de behoefte aan bewijs symboliseert.

 

zilveren lepels met afbeeldingen van apostelen
Zilveren longdrinklepels met apostelen

Sint Mattheus: Met het Mattheus Evangelie, symbool van zijn evangelie en schrijverschap.

Sint Simon: Met evangelieboek en vanaf de 14e eeuw met een zaag waarmee hij wegens zijn evangelie- prediking door midden zou zijn gezaagd.

Sint Paulus: Met evangelieboek en zwaard, omdat hij wegens zijn evangelie- prediking werd onthoofd. ( St. Paulus hoort niet bij de 12 apostelen. Judas Iskatieth is de twaalfde, maar die wordt natuurlijk niet als heilige afgebeeld). Voor hem in de plaats kwam eigenlijk St. Mattheus en pas na hem kwam St. Paulus als veertiende en laatste.

Sint Judas: Met het evangelieboek en knuppel, omdat St. Judas Thasdeus wegens zijn evangelie – prediking zou zijn doodgeknuppeld.

Sint Philippus: Met evangelieboek, slangen en zweerdersfluit, omdat hij het evangelie predikte in Hierapolis, waar de slang als heilig dier werd verafgood.

Sint Jacobus: Major, de meerdere of Oudere, met evangelieboek, pelgrimsstaf en nap (aan de staf). Wordt altijd zo afgebeeld omdat hij naar Spanje zou zijn gereisd om het evangelie te verkondigen. Nog altijd is Compostella in Spanje de bedevaartplaats waar de pelgrims hem komen vereren.

Sint Jacobus: Minor, de Mindere of Jongere, met evangelieboek en de stamper van een lakenvelder, omdat hij door een lakenvelder met een stamper zou zijn doodgeslagen.

Sint Johannes: Met een gave arm en kelk. De gave arm omdat hij de enige apostel is, die niet de marteldood zou zijn gestorven. In kokende olie geworpen zou hij ongedeerd zijn gebleven. Met een kelk, a) omdat hij aan de borst van de Meester mocht rusten bij het Laatste Avondmaal, toen Jezus de woorden sprak; ”Dit is de kelk van het Nieuwe Verbond”. b) omdat Christus hem vroeg: “Kunt gij de kelk drinken, die ik zal drinken ?” c) omdat volgens de legende de hogepriester van Artemis in Ephese hem een kelk met gif aanbood om te zien of hij werkelijk een Man Gods was en om hem, zo hij een vervalser was, te doen sterven. Sint Jan maakte een kruisteken over de kelk heen en er rees een slang uit op.

Sint Andreas: Met een kruis in de vorm van een “X”, verwijzend naar zijn martelaarschap.

Sint Bartholomeus: Met evangelieboek en het mes, waarmee hij levend zou zijn gevild, wegens prediking van het evangelie.

Lees ook:

Van Kempen

Bekijk ook de collectie zilveren theelepels en gebaksvorken van Zilver.nl